home

Bevallen met een pomp of tang : vaginale kunstverlossing

Bevallen is een natuurlijk proces. Soms heeft uw baby extra hulp nodig om geboren te worden. De arts kan tijdens de bevalling helpen met een pomp of een tang. Dit heet een vaginale kunstverlossing.

Over de vaginale kunstverlossing

Als u aan het bevallen bent en al mag persen, kan het zijn dat uw baby extra hulp nodig heeft om geboren te worden. U kunt dan een vaginale kunstverlossing krijgen. De arts gebruikt dan een pomp of een tang om uw baby uit de baarmoeder te begeleiden.
Een kunstverlossing gebeurt altijd in het ziekenhuis. De gynaecoloog begeleidt u tijdens de bevalling.

Meestal  krijgt u een vaginale kunstverlossing met een pomp. Deze pomp heet ook wel een vacuümapparaat. Aan de pomp zit een zuignap van ongeveer 5 centimeter. De zuignap zuigt zich vast aan het hoofd van uw baby. Zo kan de arts uw baby begeleiden.

Zelden wordt er bij een vaginale kunstverlossing een tang gebruikt. Een verlostang lijken op 2 lepels. De arts plaatst de lepels om het hoofd van uw baby.

Redenen voor een vaginale kunstverlossing

Er zijn verschillende redenen voor het krijgen van een kunstverlossing:

  • U bent al een lange tijd aan het persen, maar uw baby is nog niet geboren.
  • U heeft problemen met uw gezondheid, waardoor u niet genoeg kan persen.
  • De arts denkt dat uw baby niet genoeg zuurstof krijgt.

Zo gaat een vaginale kunstverlossing

  • De arts haalt het voeteneinde van het bed af. U plaatst uw benen in de beensteunen.
  • U krijgt soms een blaaskatheter.
  • De arts doet inwendig onderzoek. Zo ziet de arts hoe het hoofd van uw baby ligt.

Vaginale kunstverlossing met een pomp

  • De arts zet de pomp op het hoofd van uw baby. Binnen 1 minuut zit de pomp vast aan het hoofd van uw baby.
  • Het plaatsen van de pomp kan pijn doen. Probeer de pijn weg te zuchten.
  • Bij elke wee begeleidt de arts met de pomp uw baby iets verder uit de baarmoeder. De arts doet dit totdat de baby is geboren.
  • Soms schiet de pomp tijdens de bevalling los van het hoofd van uw baby. Als het nodig is, zet de arts opnieuw de pomp tegen het hoofd van uw baby.

Vaginale kunstverlossing met een tang

  • De arts plaatst de lepels om het hoofd van uw baby.
  • Het plaatsen van de lepels kan pijn doen. Probeer de pijn weg te zuchten.
  • De arts begeleidt voorzichtig het hoofd van uw baby met de tang terwijl u perst. De arts doet dit bij elke wee, totdat de baby is geboren.

Inknippen

Bij een vaginale kunstverlossing is het soms nodig om in te knippen. De arts knipt dan een stukje van de huid tussen de vagina en anus open. Zo heeft de baby meer ruimte om geboren te worden.
De arts of verloskundige bespreekt met u of het nodig is om in te knippen. Voor het inknippen krijgt u een plaatselijke verdoving. U voelt geen pijn tijdens het inknippen. De arts of verloskundige hecht de wond van het inknippen na de bevalling. Na de bevalling kunt u wel pijn krijgen.

Inscheuren

Tijdens de bevalling kan de huid tussen de vagina en anus scheuren. Soms scheurt ook de kringspier van de anus. Dit heet een totaalruptuur. Een totaalruptuur gebeurt vaker bij een vaginale kunstverlossing dan bij een gewone bevalling.
Een arts hecht een totaalruptuur. Meestal krijgt u als verdoving een ruggenprik of narcose op de operatiekamer.
U kunt wel pijn hebben na de bevalling.

Na de geboorte

De kinderarts controleert of uw baby gezond is.
Soms blijft uw baby op de couveuseafdeling. Een couveuse is een afgesloten bedje voor baby’s die extra zorg nodig hebben. De arts bespreekt dit met u.

Gevolgen van een vaginale kunstverlossing voor uw baby

Na een vaginale kunstverlossing kan uw baby een blauwe schedel hebben die iets dikker is dan normaal. Ook kan uw baby een afdruk van de lepels hebben na een kunstverlossing met een tang. Uw baby kan ook een gele huid krijgen. Dit is normaal en verdwijnt binnen een paar dagen vanzelf.

Na een vaginale kunstverlossing kan uw baby hoofdpijn hebben en misselijk zijn. Laat andere mensen dan uzelf of uw partner uw baby niet te vaak oppakken.
Soms krijgt uw baby pijnstillers. De arts bespreekt dit met u. 

Naar huis

De arts bespreekt met u wanneer u en uw baby naar huis mogen. Fietsen, autorijden en reizen met het openbaar vervoer raden wij af. Vraag of iemand u naar huis brengt.

Zo gaat het verder

Emoties bij een vaginale kunstverlossing

Een vaginale kunstverlossing kan erg zwaar zijn voor de moeder en de vader. Praat over uw gevoelens met uw partner, vrienden en familieleden. U kunt tijdens uw afspraak in het ziekenhuis ook met de gynaecoloog of verloskundige praten.

Controleafspraak en vragenlijst

De zorgverleners van OLVG vinden het belangrijk dat het goed gaat met u en uw baby. Ongeveer 3 weken na de bevalling krijgt u in MijnOLVG een vragenlijst. Deze vragenlijst heet nacontrole. Invullen duurt ongeveer 20 minuten.
De vragenlijst helpt u om na te denken wat belangrijk voor u is.
Door de vragenlijst kan de arts het gesprek van de controle beter voorbereiden.

Behandelingen

Instructies en adviezen

Contact

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de afdeling via MijnOLVG. U kunt ook bellen.

Polikliniek Verloskunde, locatie Oost, P1
020 599 30 60 (op werkdagen van 08.15 uur tot 16.15 uur)

Polikliniek Verloskunde, locatie West, route 24
020 510 86 24 (op werkdagen van 08.15 uur tot 16.15 uur)

Bij spoed
Anna Paviljoen, locatie Oost, 2e etage
Spoedzorg Verloskunde,  020 599 22 35 (bij spoed, dag en nacht bereikbaar)
Bevalsuites, 020 599 30 09 (dag en nacht bereikbaar)

De informatie op deze pagina is afkomstig van de afdeling Verloskunde van OLVG. Laatst gewijzigd: