home

Blaasspoelingen met MMC : behandeling met spoelvloeistof Mitomycine

Als u blaaskanker heeft, krijgt u soms een serie van blaasspoelingen met MMC. MMC is een spoelvloeistof: mitomycine. Dit is een medicijn dat de groei van cellen remt. Na blaasspoelingen met MMC wordt de kans dat de blaaskanker terug komt kleiner.

Waarom blaasspoelingen?

Blaaskanker zit meestal alleen in het slijmvlies van de blaas. Het slijmvlies bekleedt de binnenkant van de blaas.  Een behandeling met blaasspoelingen verkleint de kans dat de blaaskanker terugkomt.
De binnenkant van de urineleiders en het nierbekken bestaan uit dezelfde cellen als de binnenkant van de blaas. Bij kanker in de urineleiders of het nierbekken, kan de kanker terugkomen in de blaas. Een behandeling met blaasspoelingen verkleint de kans dat de kanker van de urineleiders of het nierbekken in de blaas terugkomt.
U start met een serie van 4 blaasspoelingen. Deze serie duurt 4 weken. Daarna krijgt u nog 5 keer iedere maand een blaasspoeling. U komt voor deze behandeling naar OLVG.
De meeste patiënten hebben weinig bijwerkingen van de blaasspoelingen.

Zo bereidt u zich voor

De volgende handelingen zijn belangrijk. Doe dit elke keer voordat u een blaasspoeling krijgt:

  • Gebruikt u plastabletten? Neem deze dan pas in na de blaasspoeling.
  • Drink in de 4 uur voor de spoeling niet meer dan 1 glas vocht zodat uw blaas niet te vol is. Als u voor de blaasspoeling te veel drinkt, plast u de blaasspoeling misschien te vroeg uit. De werking van de blaasspoeling met MMC is dan minder.
  • Was uw onderlichaam extra goed in de ochtend voor uw blaasspoeling. Dat kan onder de douche of in bed. Dit is belangrijk om een ontsteking te voorkomen.

Heeft u een blaasontsteking of mogelijk een blaasontsteking? Bel dan altijd naar de afdeling Urologie. Bij een blaasontsteking mag u geen blaasspoeling krijgen.

Zo gaat de blaasspoeling

Voor de blaasspoeling

  • Op de afdeling of polikliniek gaat u naar een toilet om u uw blaas zo leeg mogelijk te plassen.
  • De verpleegkundige brengt u naar een kleedkamer.
  • U laat uw onderkleding en ondergoed zakken tot onder de billen. Uw sokken en bovenkleding houdt u aan.

De blaasspoeling

  • U ligt op uw rug op een bed of onderzoekstafel.
  • Een verpleegkundige maakt het gebied rond de opening van de plasbuis schoon. Daarna krijgt u een dun slangetje via de plasbuis ingebracht: de katheter. Dit kan kort een branderig gevoel geven.
  • Via de katheter spuit de verpleegkundige de vloeistof van de blaasspoeling langzaam in uw blaas.
  • De katheter wordt verwijderd.
  • De spoelvloeistof moet ongeveer 2 uur inwerken. Tijdens deze 2 uur mag u niet plassen. Overleg met de verpleegkundige als u toch moet plassen.
  • Tijdens de blaasspoeling blijft u op de afdeling of u gaat naar huis. U mag gewoon rondlopen of op een stoel gaan zitten.
  • Blijf op bed liggen als u last heeft van urineverlies.
  • Na 2 uur plast u de spoelvloeistof uit. Door de MMC is uw plas de eerste keer mogelijk paars. Het is belangrijk dat de plas uw huid niet raakt. Plas daarom zittend op het toilet.
  • U sluit het deksel van het toilet en trekt 2 keer door.
  • Als u op de afdeling bent gebleven, mag u nu weer naar huis.

Na de blaasspoeling

  • De resten van de blaasspoeling mag niet op uw huid of kleding komen. De dag van de blaasspoeling en de dag erna plast u zittend. Als u klaar bent met plassen, giet u een beetje chloor in de toiletpot. U sluit het deksel van de toilet en trek 2 keer door.
  • De spoelvloeistof kan irriteren. U heeft dan een branderig gevoel en het gevoel dat u moet plassen. Ook is er soms bloed bij de urine. Meestal duurt dit enkele uren tot 2 dagen.
  • Het is belangrijk dat u na de behandeling veel drinkt. Hierdoor herstelt uw lichaam sneller.
  • Binnen 4 uur na de blaasspoeling kunt u griepklachten krijgen met spierpijn en koorts. Dit kan 2 dagen duren. Tegen de klachten kunt u paracetamol gebruiken.
  • Na de blaasspoeling mag u gewoon seks hebben. Er kan een restant van de spoelvloeistof achterblijven. Daarom adviseren wij u met klem om een condoom te gebruiken. Dit is nodig tot 2 dagen na de blaasspoeling.

Wanneer moet u ons bellen?

Iedere behandeling heeft risico’s.
Bel meteen de afdeling Urologie als u 1 of meer van deze klachten heeft:

  • meer dan 38,5 graden koorts
  • meer dan 3 dagen plasklachten

Controle

Na 3 maanden controleert de arts uw plasbuis en blaas of de blaasspoeling werkt.
Dit gebeurt via met een kijkonderzoek van de blaas, een cystoscopie.
Om de werking van de blaasspoelingen te controleren, kunt u verschillende onderzoeken krijgen:

  • celonderzoek van de urine
  • röntgenonderzoek van de urinewegen

De arts bespreekt het resultaat van de behandeling met u.
Soms werkt de spoeling niet of zijn er bijwerkingen. De arts bespreekt dan de mogelijkheden met u.

Schema blaasspoelingen (wekelijks)

  • maand 1: 4 MMC spoelingen (wekelijks)
  • maand 2: 1 MMC spoeling
  • maand 3: 1 MMC spoeling
  • maand 4: 1 MMC spoeling
  • maand 5: 1 MMC spoeling
  • maand 6: 1 MMC spoeling

We controleren regelmatig uw blaas met een cystoscopie.

Contact

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de polikliniek via MijnOLVG of per e-mail. Op werkdagen kunt u ook bellen.

Oncologieverpleegkundige afdeling Urologie
020 599 36 81
urologieverpleegkundige@olvg.nl 

Polikliniek Urologie, locatie Oost, P3
020 510 86 94 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)
urologie@olvg.nl 

Polikliniek Urologie, locatie West, route 16
020 510 86 94 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)
urologie@olvg.nl 

Verpleegafdeling Urologie, locatie Oost, B7
020 599 27 03 (bij spoed, dag en nacht bereikbaar)

De informatie op deze pagina is afkomstig van de afdeling Urologie van OLVG. Laatst gewijzigd: