home

Gebroken middenvoetsbeentje : bij een volwassene

De middenvoetsbeentjes zijn de botten in het midden van uw voet. Als u 1 of meerdere middenvoetsbeentje heeft gebroken, krijgt u een behandeling met gips of een operatie. Welke behandeling voor u het beste is hangt onder andere af van het soort breuk. Het herstel van de breuk duurt ongeveer 6 weken. Het kan 3 maanden duren voor u uw voet weer goed kan gebruiken.

Over het middenvoetsbeentje

De voet bestaat uit veel kleine botten. In het midden van uw voeten zitten 5 middenvoetsbeentjes. Als er een zwaar voorwerp op uw voet valt of u uw voet hard stoot kunnen de middenvoetsbeentjes breken. Soms kunnen meerdere middenvoetsbeentjes tegelijkertijd breken. Daarnaast kunnen bij een gebroken middenvoetsbeentje de stukken bot verschuiven of van elkaar af komen te staan. Voor een goed herstel is het belangrijk dat de stukken bot weer voldoende op elkaar aansluiten.

Onderzoek en diagnose

Op de Spoedeisende Hulp kijkt de arts of u een gebroken middenvoetsbeentje heeft. U krijgt hiervoor een röntgenfoto. Met een röntgenfoto zijn de botten goed zichtbaar.
Soms krijgt u ook nog een CT-scan om de breuk nog beter te kunnen zien. Een CT-scan is een soort 3D-röntgenfoto van de binnenkant van uw lichaam.
Welke behandeling u krijgt, hangt af van het aantal breuken en de plaats van de breuk.
Als de stukken bot nog goed op hun plek zitten, krijgt u meestal een behandeling met gips.
Als de botstukken kunnen verschuiven of niet goed op hun plek zitten, is vaak een operatie nodig. De arts bespreekt met u wat de beste behandeling is voor u.  

Behandeling met gips

Na de Spoedeisende Hulp

  • Bij de Spoedeisende Hulp krijgt u gips. Na 1 werkdag belt de arts u. De arts bespreekt de behandeling met u.
  • Binnen 1 week na uw bezoek aan de Spoedeisende Hulp heeft u een afspraak bij de Gipskamer. Bij de Gipskamer krijgt u gips van uw tenen tot boven uw enkel.
  • U krijgt gips voor 1 week.
  • U mag niet op de gebroken voet staan of lopen. U loopt met krukken.

1 week na de breuk

  • Na ongeveer 1 week heeft u een afspraak bij de Gipskamer. U krijgt dan meestal een gipsschoen: gips onder de enkel. Als het nodig is krijgt u gips dat tot boven uw enkel komt.
  • De gipsschoen mag u tijdens het slapen en douchen afdoen. U mag niet op uw been staat zonder de gipsschoen.
  • U draagt de gipsschoen 5 weken lang.

6 weken na de breuk

  • Na 6 weken heeft u een afspraak bij de Gipskamer.
  • Bij uw afspraak kijkt de arts of uw breuk goed is genezen. Hiervoor krijgt u een röntgenfoto.
  • Als uw breuk goed is genezen, hoeft u geen gipsschoen meer te dragen. Als u nog veel pijn heeft, dan bespreekt de arts met u wat het beste is voor uw klachten.

Behandeling met operatie

Als een operatie nodig is, dan wordt u meestal binnen 5 tot 14 dagen na de breuk geopereerd. Bij een operatie aan het middenvoetsbeentje zet de arts de botten vast met een metalen plaatje of schroeven. Soms gebruikt de arts met metalen pennetjes die door de huid in het bot worden gaan. Als u metalen pennetjes krijgt, dan krijgt u na de operatie weer gips. Soms krijgt u meerdere plaatjes of schroeven om alle stukken bot vast te zetten. De arts bespreekt vooraf met u welke operatie u waarschijnlijk nodig heeft.
Soms krijgt u een extra afspraak in het ziekenhuis voor uw operatie. De arts controleert dan de zwelling van uw voet of de wonden die u op uw voet heeft.

Zo bereidt u zich voor op de operatie

  • U vult een vragenlijst in via patiëntenportaal MijnOLVG als voorbereiding op uw behandeling of onderzoek. Daarna hoort u welke soort verdoving u krijgt.
    Meestal hoort u dit online via MijnOLVG. Heel soms is een telefonische afspraak of een bezoek aan de polikliniek Anesthesiologie nodig. Een medewerker van de afdeling Anesthesiologie neemt dan contact met u op.
    Kijk voor meer informatie op de webpagina: Verdoving bij een onderzoek of operatie.
  • Gebruikt u bloedverdunners of andere medicijnen? Of bent u bent u allergisch voor bepaalde medicijnen of jodium? Geef dit dan aan via MijnOLVG. Doe dit zo snel mogelijk.
    Als u MijnOLVG niet gebruikt, overleg dan met uw arts.
    Stop nooit zomaar met het innemen van uw medicijnen. Bespreek dit altijd met uw arts.
  • Voor uw eigen veiligheid moet u voor uw behandeling of onderzoek nuchter zijn.
    U krijgt hiervoor instructies van een medewerker van de afdeling Anesthesiologie.
    Voor meer informatie kunt u ook alvast kijken op de webpagina Verdoving bij een onderzoek of operatie. 
Rookt u? Voor uw herstel is het beter om te stoppen met roken rond de operatie.
Als u niet rookt heeft u minder kans op complicaties zoals een ontsteking.
Stop als het kan 4 weken voor uw operatie met roken.
Rook niet tot minstens 4 weken na de operatie.
Kijk voor meer informatie op de webpagina: Roken en een operatie.

Na de operatie

  • Als u zich goed voelt, mag u na uw behandeling meteen naar huis. Zelf autorijden, fietsen of reizen met het openbaar vervoer raden wij af. Vraag of iemand u met de auto naar huis brengt.
  • Na de operatie bespreekt de arts de verdere behandeling met u. De arts bespreekt dan ook met u of u gips of een brace nodig heeft. Dit is voor elke patiënt anders. Meestal krijgt u voor 4 tot 6 weken gips.
  • Na de operatie heeft u een wond. Soms doet de arts hier hechtpleisters op. Dit zijn doorzichtige pleisters. Laat deze doorzichtige pleister op de wond zitten. Ze vallen er vanzelf vanaf.
  • De arts doet ook een grote pleister of een drukverband op de wond. Laat deze 2 tot 3 dagen zitten. Haal dan de pleister of het drukverband eraf.
    Lekt uw wond bloed of vocht? Doe dan tussendoor een schone pleister op de wond. De wond mag 3 dagen na de operatie niet meer lekken. Als uw wond niet lekt hoeft u geen schone pleister op uw voet te plakken.
  • Als het geen pijn doet, mag u uw tenen en enkel langzaam bewegen. Sta of loop nog niet op uw voet.
  • U bespreekt met de arts of fysiotherapie nodig is.

Litteken

  • Hoe lang het litteken wordt, hangt af van de operatie.
  • Hoe mooi het litteken herstelt, hangt vooral af van uw type huid, de plek van het litteken en van de spanning die op het litteken staat. Het soort hechting heeft minder invloed op het uiteindelijke resultaat.
  • Als de wond dicht en helemaal droog is, kunt u crème smeren op de huid. Bijvoorbeeld een crème met vitamine E. Dit kan helpen bij het herstel van het litteken.
  • Bescherm uw litteken minstens 12 maanden tegen direct zonlicht. Dit kunt u met kleding doen of met zonnebrandcrème met beschermingsfactor 50.

Pijnstilling

  • Houd uw voet hoog. Dit vermindert zwelling en pijn.
  • Na de operatie bespreekt de arts met u welke pijnstilling het beste is voor uw klachten. Soms heeft u geen pijnstilling nodig.
  • 1 tot 2 dagen na de operatie wordt de pijn meestal minder.

Zwelling

  • Na de operatie kan uw voet wat dikker zijn. Dit is normaal.
  • Houd uw voet hoog: uw voet ligt hoger dan uw knie en uw knie hoger dan uw heup.
  • Blijft uw voet langer dan 3 weken dik of wordt uw voet dikker? Neem dan contact op met de polikliniek Traumachirurgie.

Herstel

  • De breuk is vaak na ongeveer 6 weken vastgegroeid. Dit betekent niet dat u dan al geen pijn meer heeft of alle bewegingen al kan maken.
  • Na ongeveer 3 maanden mag u alle bewegingen met uw voet weer maken.
  • Soms is uw voet erg beschadigd. Uw voet geneest dan niet helemaal.

Oefeningen voor thuis

  • Om uw voet goed te laten genezen is het belangrijk dat u de enkel en de voet blijft bewegen. Het is belangrijk dat u met deze oefeningen begint meteen nadat het gips eraf is.
  • Als u geopereerd bent, kunt u meteen na de operatie beginnen met de oefeningen.
  • Probeer de oefeningen 5 tot 10 keer per dag te doen. Herhaal de stappen 10 tot 15 keer.
  • Uw voet kan stijf voelen. Dit is normaal. Stop de oefeningen als u veel pijn heeft.
  • Soms kan uw voet dik worden na het oefenen. Houd de voet dan hoog.
  • Als u na het oefenen langer dan 10 minuten pijn heeft, dan heeft u te veel gedaan. Herhaal de stappen dan minder vaak bij uw volgende oefening.
  • Soms kunt u de oefeningen nog niet volledig doen. Dit is normaal. Probeer elke dag een klein stukje verder te komen.
  • Als de wond droog en dicht is, kunt u de voet en de enkel tijdens het oefenen in warm water houden om de spieren te ontspannen.
  • Er zijn 2 soorten oefeningen: onbelast oefenen en belast oefenen. Begin met onbelast oefenen. Dit zijn oefeningen die u doet zonder op de voet te staan. Begin pas met belast oefenen als onbelast oefenen goed gaat.

Eerst: onbelast oefenen

  • Begin door met uw handen uw enkel te buigen en te strekken. Probeer de enkel steeds meer actief mee te laten bewegen.
  • Doe daarna actieve oefeningen. Hierbij buigt, strekt en beweegt u de enkel in alle richtingen. Dit doet u zonder uw handen te gebruiken.
  • Oefeningen om uw voet onbelast te bewegen kunt u bekijken in het filmpje hieronder: 

    Deze inhoud kan vanwege de huidige cookie-instellingen niet weergegeven worden.

    Om deze inhoud te kunnen zien, verander je cookie-instellingen.

Daarna: belast oefenen

Oefeningen op de stoel

  • Doe in het begin de oefeningen zonder dat er gewicht op uw voet rust. Ga voor de oefeningen zitten op een stoel. Zet uw voet ver van de stoel. Probeer langzaam uw hiel op de grond te zetten. Zet daarna uw voet dichtbij de stoel. Probeer nu ook uw hiel op de grond te zetten.
  • Beweeg uw enkel naar achteren. Zet uw tenen op de grond. Zet langzaam uw hiel ook op de grond.
  • Stap met uw voet naar voren. Beweeg uw tenen naar uw lichaam zodat de enkel gestrekt is.

 

Rekoefeningen
Als de oefeningen goed gaan, kunt u proberen rekoefeningen te doen. Voor rekoefeningen staat u rechtop. Zorg dat u stevig staat op uw gezonde been. Houd bijvoorbeeld een tafel of muur vast voor een goede balans.

  1. Strek uw enkel zo ver mogelijk uit naar achteren. Zet uw tenen voorzichtig op de grond.
  2. Zet langzaam uw hele voet weer plat op de grond.
  3. Stap daarna met uw gezonde voet achter uw oefenvoet.
  4. Beweeg u tenen naar uw lichaam. Strek uw enkel zo ver mogelijk naar voren uit.

 

Staan op 1 been
Na deze oefeningen mag u oefenen om recht op uw been te staan.
Daarna kunt u proberen om op 1 been te staan. Door deze oefening gaat u goed op uw enkel lopen.
Begin pas met los lopen als u op 1 been kan staan.

Wanneer moet u ons bellen?

  • Uw tenen zijn paars of blauw. Ook als u uw voet goed hoog houdt.
  • U heeft een tintelend gevoel in de tenen. Ook als u uw voet goed hoog houdt.
  • U heeft langer dan 3 dagen pijn of pijn die steeds erger wordt.
  • Het gips doet pijn of zit te strak.
  • Het gips is gebroken, nat of slap.
  • De pijn in uw in uw heup of kuit wordt steeds erger. Pijnstillers helpen niet of niet genoeg.
  • Uw kuit wordt steeds dikker of pijnlijker.

Bel na een operatie ook bij deze klachten:

  • Als u denkt dat de wond ontstoken is: de wond is rood en warm, ook kan de plek rond de wond gezwollen zijn.
  • U heeft meer dan 38,5 graden koorts.
  • De wond gaat plotseling open.
  • De wond lekt pus of vocht: de wond hoort na 3 dagen dicht en droog te zijn.
  • De pijn in de wond wordt plotseling erger.
  • De wond gaat plotseling bloeden. Start eerst zelf met 10 minuten op de wond te drukken zonder stoppen. Gebruik voor het drukken op de wond bijvoorbeeld een steriel gaas of een schone, gestreken theedoek of zakdoek. Bel OLVG als het bloeden niet stopt.

Behandelingen

Contact

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de afdeling via MijnOLVG of per e-mail. Op werkdagen kunt u ook bellen.

Polikliniek Traumachirurgie, locatie Oost, P3
020 510 88 79  (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)

Polikliniek Traumachirurgie, locatie West, route 6
020 510 88 79 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)

Gipskamer, locatie Oost, P3
020 599 29 63 (op werkdagen van 08.00 tot 16.15 uur)
gipskamer@olvg.nl

Gipskamer, locatie West, route 6
020 510 80 28 (op werkdagen van 08.00 tot 16.15 uur)
gipskamer@olvg.nl

Als de afdeling niet bereikbaar is, belt u met klachten die echt niet kunnen wachten naar de Spoedeisende Hulp via het algemene telefoonnummer van OLVG.

OLVG, locatie Oost
020 599 91 11

OLVG, locatie West
020 510 89 11

Is de situatie levensbedreigend, bel dan 112.

De informatie op deze pagina is afkomstig van de afdeling Traumachirurgie van OLVG. Laatst gewijzigd: