home

Klaplong : pneumothorax

Bij een klaplong is 1 van uw longen ingeklapt. Een kleine klaplong kan vanzelf overgaan. Bij een grote klaplong is een kleine ingreep of operatie nodig. Soms moet u hiervoor een paar dagen in het ziekenhuis blijven. Een klaplong kan veel pijn doen. Hier krijgt u medicijnen voor.
Thuisarts logo Onderstaande informatie is afkomstig van Thuisarts.nl

Wat is een klaplong?

Een klaplong is een long die is ingeklapt door lucht in de borstkas.
Artsen noemen het pneumothorax.

Om uw longen zit een vlies (longvlies). En aan de binnenkant van uw borstkas zit ook een vlies (borstkasvlies). Deze 2 vliezen zitten strak tegen elkaar aan. Er zit alleen een dun laagje vocht tussen. Zo kunnen de longen goed met de borstkas meebewegen als u ademt.

  • Als u inademt, wordt uw borstkas groter. Uw longen worden ook groter en vullen zich met lucht.
  • Als u uitademt, wordt uw borstkas weer kleiner. De longen worden ook kleiner en lucht gaat uit uw longen.

Soms ontstaat een lek in het longvlies. Hierdoor komt er lucht tussen het longvlies en het borstkasvlies. De vliezen raken los van elkaar. De long kan dan inklappen, als een lekke band. Dit is een klaplong. Met die long kunt u niet meer goed ademen.

Omdat u nog een tweede long heeft, kunt u toch blijven ademen. Het komt bijna nooit voor dat iemand aan beide longen vanzelf een klaplong heeft gekregen.

  • Bij een kleine klaplong zit er een beetje lucht tussen de vliezen.
  • Bij een grote klaplong zit er veel lucht tussen de vliezen.

Wat merk ik van een klaplong?

Als u zomaar vanzelf een klaplong krijgt, merkt u meestal dit:

  • U voelt opeens een heftige, stekende pijn in de borst. De pijn wordt erger als u ademt.
  • U krijgt het benauwd: u kunt moeilijk ademen.
  • U kunt niet diep zuchten.

U kunt er ook andere klachten bij krijgen:

  • U moet kuchen of hoesten.
  • U krijgt pijn in uw nek of in een schouder.
  • U wordt bleek en begint te zweten.
  • U bent bang of in paniek, omdat u niet goed kunt ademen.

Hoe meer lucht er tussen het longvlies en het borstkasvlies komt, hoe groter de kans is dat u klachten krijgt. Sommige mensen met een klaplong hebben geen of heel weinig klachten. Als er maar heel weinig lucht tussen de vliezen zit, kan het zijn dat u er niets van merkt. Maar ook bij een grote klaplong heeft u niet altijd klachten.

Wat is de oorzaak van een klaplong?

Een long kan uit zichzelf opeens inklappen. Dit kan zomaar gebeuren. Vaak is niet duidelijk waarom dit gebeurt.
Artsen noemen dit een spontane klaplong.

U heeft een grotere kans dat u vanzelf een klaplong krijgt, als 1 of meer van deze dingen voor u kloppen:

  • U bent tussen de 20 en 40 jaar.
  • U bent man.
  • U rookt.
  • U bent lang en slank.
  • U heeft eerder een klaplong gehad.
  • Een klaplong komt in uw familie voor.

Een klaplong kan ook een duidelijke oorzaak hebben. Zoals een operatie of een ongeluk.
Soms is er iets met uw longen, waardoor de kans groter is dat u een klaplong krijgt. U heeft bijvoorbeeld een ziekte van de longen, zoals astma of COPD. Of u ligt aan de beademing in het ziekenhuis.

Deze tekst op Thuisarts.nl gaat alleen over een klaplong die zomaar vanzelf ontstaat, zonder dat er iets met uw longen is.

Hoe wordt een klaplong behandeld?

Er zijn verschillende behandelingen bij een klaplong die zomaar vanzelf ontstaat. Met uw arts bespreekt u welke behandeling voor u geschikt is.

Afwachten tot het vanzelf geneest

Soms geneest een klaplong vanzelf. Ook een grote klaplong kan vanzelf genezen.
Of u kunt afwachten tot dit vanzelf gebeurt, hangt af van meer dingen. Hierbij is het ook belangrijk hoe u zich voelt, hoeveel klachten u heeft en wat u zelf wilt. U krijgt van de arts adviezen mee voor thuis. U hoort ook van de arts wanneer u het ziekenhuis weer moet bellen.

Soms geeft de arts u extra zuurstof. U heeft het dan misschien minder benauwd. De lucht tussen het longvlies en het borstkasvlies verdwijnt niet sneller. Als u zuurstof krijgt, moet u wel in het ziekenhuis blijven.

Lucht weghalen met een naald
  • Uw huid wordt verdoofd met een prik.
  • Met een dunne naald prikt de arts in uw borstkas, tussen uw ribben door. Er wordt geen sneetje gemaakt.
  • De arts zuigt de lucht weg met een spuit of zuiger.
  • U krijgt een röntgenfoto van uw longen om te zien of de klaplong weg is.
  • Het lek in de vliezen moet zelf genezen.

Soms lukt het niet om in 1 keer alle lucht weg te zuigen. Het is dan nodig om vaker met een naald te prikken.

Als de klaplong bijna of helemaal weg is, mag u naar huis. U hoeft niet in het ziekenhuis te blijven slapen.

Een buisje (drain) inbrengen
  • Uw huid wordt verdoofd met een prik.
  • Dan maakt de arts een klein sneetje in de huid in uw borstkas.
  • De arts prikt een buisje (drain) door het sneetje en schuift dit tussen uw ribben door naar de borstholte.
  • Via de drain kan de lucht weggaan.
  • U krijgt een röntgenfoto van uw longen om te zien of de drain goed zit en of de klaplong weg is.
  • Het lek in de vliezen moet zelf genezen.

De drain blijft meestal een aantal dagen zitten in uw borstkas. U blijft dan in het ziekenhuis.

Soms mag u al eerder naar huis, met de drain nog in uw borstkas. Niet iedere drain is geschikt om mee naar huis te gaan. En het kan alleen als u verder gezond bent en thuis hulp heeft. U moet dan thuisblijven. U mag niet douchen en niet autorijden.
Thuis heeft u regelmatig contact met de arts in het ziekenhuis hoe het met u gaat. Samen bespreekt u wanneer de drain eruit kan.

Met een naald of drain is de kans op problemen even klein. U heeft een kans op:

  • een bloeding
  • ontsteking van het wondje
  • ontsteking van de longvliezen
Kijkoperatie

Lukt het niet om de lucht weg te halen met een drain of een naald? Of heeft u al meer klaplongen gehad? Dan is soms een kijkoperatie nodig. Met een kijkoperatie kan de arts het lek dichtmaken. En de kans op een nieuwe klaplong kleiner maken.
Dit kan op verschillende manieren:

  • De arts plakt de vliezen aan elkaar met talkpoeder.
  • De arts maakt de vliezen ruw zodat ze beter tegen elkaar plakken.
  • De arts haalt het longvlies weg. Hierdoor plakt de long direct aan het borstkasvlies.

Medicijnen bij een klaplong

Een klaplong kan flink pijn doen. U krijgt pijnstillers tegen de pijn. Gebruik de pijnstillers op vaste tijden, ook al heeft u even geen pijn. Uw arts bekijkt samen met u welke pijnstillers u kunt gebruiken.

Paracetamol

U kunt paracetamol nemen: 4 keer per dag 2 pillen van 500 milligram.

Pijnstillers zoals ibuprofen, naproxen en diclofenac (NSAID)

Als paracetamol niet helpt, kunt u soms een NSAID krijgen, bijvoorbeeld:

  • ibuprofen, 3 keer per dag 400 tot 600 milligram
  • diclofenac, 3 keer per dag 50 milligram
  • naproxen, 2 keer per dag 500 milligram

Let op: NSAID's geven vaak vervelende bijwerkingen. En ze kunnen uw maag beschadigen. Daarom is ibuprofen, naproxen of diclofenac niet voor iedereen een goede pijnstiller. Samen met uw arts kijkt u welke pijnstiller voor u het meest geschikt is.

Morfine

Is de pijn heel heftig? Dan kan uw arts morfine geven.
Als u nog in het ziekenhuis ligt, kunt u een prik met morfine in uw rug krijgen (ruggenprik). Of morfine via een slangetje in een bloedvat (infuus).

Medicijnen tegen ontstekingen (antibiotica)

Soms kan bij een klaplong een ontsteking ontstaan. Dan krijgt u medicijnen tegen ontstekingen door een bacterie (antibiotica).

Wat kan ik zelf doen na een klaplong?

U kunt zelf een paar dingen doen om beter te worden. En om de kans op een nieuwe klaplong kleiner te maken. Met uw longarts bespreekt u wat voor u vooral belangrijk is.

  • Rookt u? Stop dan meteen. Dit maakt de kans kleiner dat u nog een keer vanzelf een klaplong krijgt.
    U kunt hulp krijgen om te stoppen. Uw huisarts, praktijkondersteuner of een stoppen-met-roken-coach kan u helpen.
  • Doe de eerste 6 weken geen beweging of sport waar u erg moe van wordt.  Bijvoorbeeld:
    • Loop niet te snel een trap op.
    • Til 6 weken niks zwaars. Dit is niet meer dan 2 kilo.
    • Doe geen zwaar huishoudelijk werk, zoals stofzuigen, dweilen en de was. Vraag hulp aan uw gezin, familie, vrienden of buren.
  • Ga de eerste 2 weken niet naar hoge bergen (hoger dan 1500 meter).
  • Doe de eerste 2 maanden geen zwaar werk, zoals werk in de bouw, in een garage of in de horeca. Rustig zittend werk kan wel.
  • Wilt u gaan vliegen? Bespreek dit met uw longarts. Meestal is eerst een longfoto nodig om te kijken hoe het met uw klaplong gaat. Als de longfoto goed is, mag u 1 week daarna weer vliegen.
  • Wilt u gaan duiken? Bespreek dit met uw longarts. Als u duikt op (grote) diepte is de kans groter dat u weer een klaplong krijgt. De kans is ook groter dat u ernstig ziek wordt tijdens het duiken.

Ga de eerste weken langzaam steeds iets meer doen. Maak rustig een wandeling van 5 tot 10 minuten en ga elke week iets langer. Kijk na 2 weken of u voorzichtig weer een stukje kunt gaan fietsen. Begin bijvoorbeeld met 1 kilometer en ga elke week wat verder.

Vertel ook op uw werk dat u een klaplong heeft. Leg uit dat u daarom moet rusten en sommige dingen niet kunt doen. Bespreek dit met uw werkgever en de bedrijfsarts.

Hoe gaat het verder na een klaplong?

CT-scan van uw longen

Soms krijgt u een CT-scan van uw longen. Bijvoorbeeld in deze gevallen:

  • U heeft misschien een longziekte, waardoor u de klaplong heeft gekregen.
  • Uw drain kan er na een paar dagen nog niet uit.
  • U krijgt misschien een operatie.

Het is niet nodig om bij iedereen met een klaplong een CT-scan te maken. Uw arts zal kijken of dit voor u nodig is.

Na een klaplong

Na een klaplong die vanzelf is ontstaan kunt u zich nog weken moe voelen. U heeft rust nodig. Ook kunt u nog een tijd pijn en een benauwd gevoel hebben. Dit kan u een onzeker gevoel geven. U denkt misschien dat u een nieuwe klaplong heeft gekregen.

Bespreek uw klachten met de longarts. En welke activiteiten u weer kunt doen. Spreek ook af wanneer u minder pijnstillers kunt gaan gebruiken of helemaal kunt stoppen met de pijnstillers.

Tijdens een afspraak voor controle laat de longarts 1 of meer longfoto's maken. Zo kan de longarts zien of de vliezen goed tegen elkaar aan blijven liggen.

Opnieuw een klaplong

U kunt opnieuw ineens een klaplong krijgen. Als dat gebeurt, is dat meestal binnen 2 jaar. En het gebeurt dan bijna altijd aan dezelfde kant. Er is ook een kans dat u aan de andere kant ook een klaplong krijgt.

Wanneer een arts bellen bij een klaplong?

Bel direct 112 (of laat iemand 112 bellen) bij 1 of meer van deze klachten:

  • U heeft heftige pijn in de borst en kunt niet goed ademen.
  • U bent zo benauwd dat u uitgeput raakt.
  • U heeft het gevoel dat u bijna geen adem meer kunt halen.
  • U wordt suf en antwoordt niet als iemand u iets vraagt.
  • Uw huid wordt blauwpaars.
  • U wordt bleek en gaat zweten.

Bel direct de huisarts of huisartsenpost in 1 of meer van deze situaties:

  • U voelt opeens een heftige pijn in de borst (de pijn is stekend of scherp).
  • U bent zo benauwd dat u moeite heeft met het uitspreken van een hele zin.
  • U bent benauwd en u ademt heel snel.
  • U bent benauwd en uw hart klopt heel snel.
  • U bent benauwd en raakt in paniek.
Klaplong gehad

Heeft u zomaar ineens een klaplong gehad en krijgt u weer dezelfde klachten? Bel dan direct de huisarts of huisartsenpost. U kunt opnieuw een klaplong hebben.
De arts zal naar uw longen luisteren. Soms is het nodig een nieuwe longfoto te maken.

Meer informatie over een klaplong

  • Als u meer wilt lezen over een klaplong, kijk dan bij het Longfonds.
  • Wat andere mensen vinden van een ziekenhuis of arts: ZorgkaartNederland.

We hebben de informatie over klaplong gemaakt met:

Thuisarts logo De informatie die hierboven staat komt van Thuisarts.nl en is 21 jan 2022 nog aangepast.

Behandeling in OLVG

U kunt voor uw klaplong een behandeling krijgen in OLVG.
Soms moet u na de ingreep een paar dagen in het ziekenhuis blijven.
Na de behandeling van uw klaplong krijgt u een verband om de wond op uw borst. Het is belangrijk dat u dit verband 48 uur laat zitten. U mag in deze 48 uur ook niet douchen of in bad.
Als u hechtingen heeft gekregen, verwijdert uw zorgverlener deze na 7 dagen. Verblijft u nog in het ziekenhuis? Dan gebeurt dit op de afdeling. Bent u al thuis? Dan krijgt u hiervoor een afspraak bij de polikliniek.  

Behandelingen

Contact

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de polikliniek via MijnOLVG. Op werkdagen kunt u ook bellen.

Polikliniek Longgeneeskunde, locatie Oost, P2
020 510 88 92 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)

Polikliniek Longgeneeskunde, locatie West, route 4
020 510 88 92 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)

Heeft u in het ziekenhuis gelegen met een klaplong? U kunt dan de eerste 2 dagen dat u weer thuis bent direct naar de verpleegafdeling bellen.

Verpleegafdeling Longgeneeskunde, locatie Oost, B8
020 599 28 30 (dag en nacht)

Als de afdeling niet bereikbaar is, belt u met klachten die echt niet kunnen wachten naar de Spoedeisende Hulp via het algemene telefoonnummer van OLVG.

OLVG, locatie Oost
020 599 91 11

OLVG, locatie West
020 510 89 11

Is de situatie levensbedreigend, bel dan 112.

De informatie op deze pagina is afkomstig van de afdeling Longgeneeskunde van OLVG. Laatst gewijzigd:

Een deel van de informatie op deze pagina komt van Thuisarts.nl. Thuisarts.nl wordt gemaakt door het Nederlands Huisartsen Genootschap. De Federatie Medisch Specialisten, Patiëntenfederatie Nederland en Akwa GGZ werken mee aan Thuisarts.nl.