home

Oncoplastische borstreconstructie : borstsparende operatie met directe reconstructie

De meeste vrouwen met borstkanker krijgen een borstsparende operatie. Meestal doet de chirurg deze operatie alleen. Als de chirurg verwacht dat de borst erg vervormd raakt, kunt u een oncoplastische borstreconstructie krijgen. Bij een oncoplastische borstreconstructie voeren een chirurg en een plastisch chirurg de operatie samen uit. Eerst haalt de chirurg de tumor uit uw borst weg. Daarna probeert een plastisch chirurg de vorm van uw borst zo goed mogelijk te herstellen.

Over een oncoplastische borstreconstructie

  • Tijdens de operatie verwijdert de chirurg de tumor in de borst. De chirurg verwijdert ook een rand gezond weefsel dat om de tumor heen zit.
  • Meestal kan de tepel behouden blijven. Dit hangt af van de plek van de tumor.
  • De plastisch chirurg herstelt de vorm van uw borst zo goed mogelijk.
  • Vaak verwijdert de chirurg tijdens de borstsparende operatie ook 1 of meer schildwachtklieren. De schildwachtklieren zitten meestal in de oksel. Soms zitten de schildwachtklieren rond uw borstbeen of sleutelbeen. Als de schilwachtklieren zijn verwijderd, worden ze onderzocht. U kunt hierover lezen op de pagina: Schildwachtklierprocedure
  • Soms verwijdert de chirurg tijdens de borstsparende operatie ook alle lymfeklieren in de oksel. U kunt hierover lezen op de pagina: Verwijderen okselklieren.

Verschillende manieren om uw borst te herstellen

Er zijn verschillende manieren waarop de plastisch chirurg uw borst kan herstellen:

  • De plastisch chirurg kan weefsel rond u borst verplaatsen of toevoegen aan uw borst. Er zijn verschillende manieren waarop de plastisch chirurg weefsel kan verplaatsen of toevoegen.
  • Als u grote borsten heeft, kan de plastisch chirurg uw borst verkleinen en liften.
  • De plastisch chirurg kan ook uw andere borst verkleinen of liften om ervoor te zorgen dat uw borsten meer op elkaar lijken. Als u nog bestraling krijgt, kan uw borst nog veranderen. Daarom krijgt u soms pas na de bestraling een operatie van uw andere borst.

Welke methode voor u het beste is, bespreekt u met de plastisch chirurg.

Het resultaat

Bij een oncoplastische borstreconstructie probeert de plastisch chirurg zo goed mogelijk uw borst na te maken. Maar een geopereerde borst is altijd anders dan uw oude borst:

  • U kunt na de operatie minder gevoel hebben in uw nieuwe borst. Meestal komt het gevoel voor een groot deel terug.
  • U zult littekens hebben op uw borst. De littekens kunnen na een tijdje minder zichtbaar worden.
  • Na de operatie kan er een blauwe plek rond uw nieuwe borst zitten. Uw nieuwe borst kan ook een beetje gezwollen zijn. De blauwe plek en de zwelling gaan meestal na een paar dagen of een paar weken weg.

Plek van de tumor bepalen

Voor de borstsparende operatie moet de chirurg precies weten waar de tumor zit. Soms kan de chirurg de tumor voelen. Als de chirurg de tumor niet goed kan voelen, zijn er 2 manieren om de plek van de tumor te bepalen.

  • Echogeleide lokalisatie: 1 dag voor de operatie of op de dag van de operatie krijgt u op de afdeling Radiologie een licht radioactieve vloeistof toegediend in de borst. De chirurg gebruikt een echoapparaat om de tumor te zoeken tijdens de operatie.
  • Magneetzaadje plaatsen in borst of oksel: op de afdeling Radiologie plaatst een arts een magneetzaadje. U krijgt een plaatselijke verdoving. Het magneetzaadje is zo groot als een rijstkorrel. De ingreep duurt ongeveer 20 minuten. Tijdens de borstoperatie zoekt de chirurg het magneetzaadje op en verwijdert de tumor samen met het magneetzaadje. 
  • Draadlokalisatie borst: op de ochtend van de operatie krijgt u een metalen draadje in de tumor in de borst of in de okselklier. Het inbrengen van het draadje gebeurt op de afdeling Radiologie met behulp van een echo en soms met een mammografie. Als het draadje in de borst zit, krijgt u nog een mammografie. Als de draad in de oksel zit, is de mammografie niet nodig.  De ingreep duurt ongeveer 20 minuten.

Zo bereidt u zich voor op de operatie

  • Zorg ervoor dat iemand u na de operatie met een auto ophaalt en naar huis brengt.
  • Zorg dat u na de operatie niet alleen thuis bent. Zorg dat de nacht na de operatie een volwassen persoon bij u thuis is.
  • Zorg dat u paracetamol in huis heeft voor na de operatie.
  • Zorg dat u een paar gaasjes in huis heeft voor na de operatie. De gaasjes hoeven niet steriel te zijn.
  • Als u een onderzoek van de schildwachtklieren krijgt, heeft u 1 dag voor de operatie een afspraak bij de afdeling Nucleaire Geneeskunde in OLVG. Dit is altijd op locatie West.
  • Als u op locatie Oost wordt geopereerd, belt u de dag voor de operatie zelf tussen 15.00 en 16.00 uur naar verpleegafdeling B5. U hoort dan hoe laat u de volgende dag naar het ziekenhuis moet komen.
  • Als u op locatie West wordt geopereerd, belt de afdeling u 2 werkdagen voor de operatie om door te geven hoe laat u naar dagbehandeling A3 moet komen.
  • U vult een vragenlijst in via patiëntenportaal MijnOLVG als voorbereiding op uw behandeling of onderzoek. Daarna hoort u welke soort verdoving u krijgt.
    Meestal hoort u dit online via MijnOLVG. Heel soms is een telefonische afspraak of een bezoek aan de polikliniek Anesthesiologie nodig. Een medewerker van de afdeling Anesthesiologie neemt dan contact met u op.
    Kijk voor meer informatie op de webpagina: Verdoving bij een onderzoek of operatie.
  • Gebruikt u bloedverdunners of andere medicijnen? Of bent u bent u allergisch voor bepaalde medicijnen of jodium? Geef dit dan aan via MijnOLVG. Doe dit zo snel mogelijk.
    Als u MijnOLVG niet gebruikt, overleg dan met uw arts.
    Stop nooit zomaar met het innemen van uw medicijnen. Bespreek dit altijd met uw arts.
  • Voor uw eigen veiligheid moet u voor uw behandeling of onderzoek nuchter zijn.
    U krijgt hiervoor instructies van een medewerker van de afdeling Anesthesiologie.
    Voor meer informatie kunt u ook alvast kijken op de webpagina Verdoving bij een onderzoek of operatie. 

Zo gaat de operatie

Voor de operatie

  • Trek op de dag van de operatie kleren aan die u gemakkelijk aan en uit kunt trekken.
  • Na de operatie heeft u roze vlekken op uw borst. Dit komt door het ontsmettingsmiddel dat gebruikt wordt tijdens de operatie. De roze vlekken geven af op uw kleren. Houd hier rekening mee als u uw kleren uitkiest.
  • Laat uw sieraden thuis.
  • U meldt zich op de afgesproken tijd op dagbehandeling B3 op locatie West of op verpleegafdeling B5 op locatie Oost.
  • De verpleegkundige neemt een vragenlijst met u door.
  • De arts of verpleegkundige zet met een stift een pijl op de borst die geopereerd wordt.
  • U trekt de operatiekleding aan.
  • Als u een draadlokalisatie van de borst of oksel krijgt, gaat u naar de afdeling Radiologie.
  • Als u een kunstgebit, gehoorapparaat of contactlenzen heeft, doet u deze uit.
  • De verpleegkundige brengt u in bed naar de operatiekamer.

De operatie

  • De chirurg verwijdert de tumor in uw borst.
  • Meestal verwijdert de chirurg tijdens de operatie van de borst ook 1 of meerdere schildwachtklieren. De chirurg bespreekt dit vooraf met u.
  • Soms verwijdert de chirurg ook de okselklieren. Dit is dan vooraf met u besproken.
  • De plastisch chirurg herstelt uw borst zo goed mogelijk.
  • De chirurg hecht de wond in de borst en oksel onder de huid. De chirurg gebruikt oplosbare hechtingen.
  • U krijgt een pleister of gaas op de wond.
  • Soms krijgt u een drain in de wonden in uw borst. Een drain is een dun slangetje dat vocht en bloed uit de wond afvoert.

Na de operatie

  • Na de operatie brengt de verpleegkundige u naar de uitslaapkamer.
  • Als u helemaal wakker bent en alles goed gaat, brengt de verpleegkundige u terug naar de afdeling.
  • U kunt zelf uw contactpersoon bellen, of de verpleegkundige doet dit voor u.
  • Op de afdeling mag u weer eten en drinken.
  • U heeft na de operatie nog een infuus in uw arm. De verpleegkundige verwijdert het infuus als u zelf weer eet en drinkt en als u geplast heeft.
  • De verpleegkundige controleert de pleisters op uw borst en oksel. Ook met meet de verpleegkundige uw bloeddruk.
  • U krijgt een stevige band om uw borsten.
  • Als u een drain heeft gekregen, verwijdert de verpleegkundige de drain als er bijna geen vocht meer uitkomt. Soms heeft u nog een drain als u naar huis mag. De verpleegkundige vertelt u dan hoe u de drain thuis verzorgt. U kunt hier meer over lezen op de pagina: Met een drain naar huis.

Opleiden zorgverleners in OLVG

OLVG biedt kansen aan de zorgverleners van de toekomst. Nieuwe zorgverleners zijn hard nodig.
Arts-assistenten, zorgverleners en zorgverleners in opleiding kijken mee en doen zelf onderzoeken en behandelingen.  Dit gebeurt altijd onder verantwoordelijkheid van een zorgverlener met ervaring.
Zo kan OLVG patiënten ook in de toekomst de juiste zorg blijven bieden.

Uitstel van uw operatie of behandeling

Heel soms gebeurt het dat uw operatie of uw behandeling niet kan doorgaan.
Bijvoorbeeld door een onverwachte situatie. Of als een andere patiënt spoedeisende hulp nodig heeft. U krijgt dan zo snel mogelijk een nieuwe afspraak.

Naar huis

  • De verpleegkundige bespreekt met u wanneer u naar huis kunt. Soms mag u dezelfde dag naar huis, soms moet u 1 of 2 nachten in het ziekenhuis blijven.
  • Zelf autorijden, fietsen of reizen met het openbaar vervoer raden wij af. Vraag of iemand u met de auto naar huis brengt.
  • Voordat u naar huis gaat, bespreekt de verpleegkundige wat u thuis wel en niet kunt doen.
  • Bent u op locatie Oost geopereerd, dan kunt u thuis paracetamol nemen. Gebruik niet meer dan 4 keer per dag 2 tabletten paracetamol van 500 mg.
  • Als u op locatie West geopereerd bent, krijgt u pijnstillers mee naar huis.

Adviezen voor thuis

  • U kunt na de operatie af en toe steken krijgen in de geopereerde borst. Dit is normaal.
  • Het herstel is bij iedereen anders. Na de operatie kunt u een doof en prikkelend gevoel krijgen in de borst. Meestal wordt dit na een tijdje minder of verdwijnt helemaal. Soms komt op de plek van het litteken een ophoping van wat vocht. Dit verdwijnt meestal na een tijdje
  • U kunt de dag na de operatie gewoon douchen. Wrijf geen zeep op de huid rond de wond.
  • Als er hechtpleisters op de wond zitten kunt u die laten zitten tot uw afspraak op de polikliniek Plastische Chirurgie.
  • Gebruik geen bodylotion of crème rond de wond.
  • 2 weken na de operatie mag u weer in bad.
  • Bent u aan uw oksel geopereerd? Gebruik dan geen deodorant tot uw afspraak bij de chirurg. De chirurg bespreekt met u wanneer u weer deodorant mag gebruiken.
  • Draag de eerst 6 weken dag en nacht een stevige bh zonder beugel.

Wond en hechtingen

De hechtingen van de wond zitten onder de huid. Aan de buitenkant ziet u geen hechtingen, wel kunnen er knoopjes zitten aan de uiteinden van het litteken. De hechtingen lossen vanzelf op.

  • De pleister die op de hechtingen zit, mag u meestal zelf verwijderen. Wanneer u de pleister moet verwijderen hangt af van de soort pleister die u heeft. De verpleegkundige bespreekt dit met u of met de casemanager mammacare die u een paar dagen na de operatie belt.
  • Als er vocht uit de wond komt, kunt u een los gaasje in uw bh leggen. U kunt ook een pleister op de wond plakken.
  • Als de wond goed genezen is, kunt u het litteken insmeren met een neutrale crème. Het gebruik van littekenproducten kunt u bespreken met uw casemanager mammacare. Als u nog bestraling heeft, bespreek dan met uw radiotherapeut welke producten u kunt gebruiken.

Bewegen en tillen

Voor uw herstel is het belangrijk dat u uw arm blijft bewegen. Bouw het rustig op. U mag de eerste week na de operatie de arm bewegen bij dagelijkse activiteiten. Als een beweging veel pijn doet, moet u het rustiger aan doen. 

  • Autorijden en fietsen: U mag de eerste week na de operatie niet autorijden of fietsen. Daarna beoordeelt u zelf of het mogelijk is om weer auto te rijden of te fietsen.
  • Tillen: U mag de eerste 2 weken na de operatie geen dingen tillen die zwaarder zijn dan 2 kilo. U mag ook geen zwaar huishoudelijk werk doen, zoals stofzuigen of uw bed verschonen. N 6 weken mag u alles weer doen.
  • Sporten: Wacht met sporten tot na uw eerste afspraak bij de chirurg. U overlegt met de chirurg of casemanager mammacare wanneer u weer kunt sporten. Meestal is dit na 6 weken.
  • Werken: Wanneer u weer kunt werken hangt af van uw persoonlijke situatie en werk dat dat u doet. Als u hier vragen over heeft, kunt u terecht bij uw casemanager mammacare.

Een week na de operatie mag u starten met oefeningen doen. De oefeningen staan op de webpagina Bewegen na borstamputatie, borstreconstructie, okselkliertoilet. Start na de eerste week met oefeningen 1 en 2. Na de vijfde week mag u alle oefeningen doen.

in de Doe de eerste week https://www.olvg.nl/medische-informatie/bewegen-na-borstamputatie-borstreconstructie-okselkliertoilet/armoefeningen na borstoperatie.

Zo gaat het verder

  • U krijgt een afspraak met de casemanager mammacare. Deze afspraak is 2 of 3 dagen na de operatie. De afspraak is via de telefoon.
  • Ongeveer 8 tot 14 werkdagen na de operatie heeft u een afspraak met de chirurg. Tijdens deze afspraak controleert de chirurg uw borst en het litteken. Ook bespreekt de chirurg met u de uitslag van het onderzoek van het weefsel rond de tumor. Soms blijkt uit de uitslag van het weefselonderzoek dat de tumor tijdens de operatie niet helemaal is weggenomen. Dan is soms een tweede operatie nodig. Dit heet een re-excisie. De operatie verloopt hetzelfde als de vorige keer. Tijdens de operatie verwijdert de chirurg het achtergebleven tumorweefsel. U krijgt geen nieuw litteken.
  • U heeft ongeveer 2 weken na de operatie een afspraak met de plastisch chirurg. De plastisch chirurg zal dan ook uw litteken en borst controleren. Soms is de afspraak met de plastisch chirurg tegelijk met de afspraak met de chirurg. De plastisch chirurg en chirurg controleren dan beiden uw borst en het litteken.

Vergoeding

Meestal wordt deze operatie helemaal vergoed door de ziektekostenverzekering. Uw plastisch chirurg bespreekt dit met u en zal zo nodig de ingreep voor u aanvragen. U  ontvangt dan zelf bericht van de verzekeraar.

Mogelijke complicaties

U kunt na een borstreconstructie met eigen weefsel complicaties krijgen. Soms moet u door de complicaties opnieuw geopereerd worden.

  • Een nabloeding: Als u een nabloeding heeft, gaan er bloedvaten open die de chirurg tijdens de operatie heeft dicht gemaakt. Soms is een nieuwe operatie nodig.
  • Een ontsteking: Als u een ontsteking of infectie in uw borst heeft u een behandeling nodig. U kunt bijvoorbeeld antibiotica krijgen. Soms maakt de arts de wond een beetje open .
  • Seroom: Soms kan er in uw borst vocht ophopen. Als u er last van heeft, kan de plastisch chirurg het vocht weghalen.
  • Afsterven van het weefsel: Als er weefsel verplaatst is, krijgt dit weefsel som niet genoeg bloed. Als er te weinig bloed naar het weefsel komt, kan het afsterven. De plastisch chirurg zal dan soms een deel van het weefsel moeten verwijderen.

Wanneer moet u contact met ons opnemen?

Iedere operatie heeft risico’s. Bij deze operatie bestaat een kleine kans op een ontsteking, te veel vocht bij de wond of een nabloeding.

Als u vragen heeft of zich zorgen maakt, kunt u de BorstZorg Monitor in MijnOLVG raadplegen. De BorstZorg Monitor is na de operatie voor u beschikbaar in MijnOLVG via: Heb ik zorg nodig? Met de BorstZorg Monitor kunt u thuis eenvoudig uw klachten na uw operatie meten en doorgeven. Wij kunnen u zo op afstand begeleiden.

Neem contact op met het ziekenhuis als u 1 of meer van deze klachten heeft:

  • Meer dan 38,5 graden koorts.
  • Pijn aan de borst en een strakke huid om de borst.
  • Andere kleur huid van de borst.
  • Huid rond de wond is rood, gezwollen en warm.
  • Pus uit het litteken.
  • Wijken van de wondranden.

Contact

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag via MijnOLVG of per e-mail. Op werkdagen kunt u ook bellen.

Casemanager mammacare
mammacare@olvg.nl

Mammapoli, locatie Oost, P3
020-510 88 80 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)

Mammapoli, locatie West, route 6
020-510 88 80 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)

Polikliniek Plastische Chirurgie, locatie Oost, P4
020 510 86 70 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)

Verpleegafdeling Chirurgie B5, locatie Oost
020 599 25 03 (bij spoed dag en nacht bereikbaar)

Verpleegafdeling Chirurgie, locatie West, A4
020 510 84 14 en 020 510 82 14 (bij spoed dag en nacht bereikbaar)

De informatie op deze pagina is afkomstig van de afdeling Plastische, reconstructieve, en handchirurgie van OLVG. Laatst gewijzigd: