home

Onderzoeken carpaletunnelsyndroom : tijdens het CTS-spreekuur

Als u pijn of tintelingen in uw vingers of hand voelt, kunt u carpaletunnelsyndroom hebben. De afkorting van carpaletunnelsyndroom is CTS. U komt voor uw klachten naar het CTS-spreekuur. Tijdens het spreekuur onderzoekt de arts of u CTS heeft. Vaak krijgt u ook meteen een onderzoek en behandeling.

Over het CTS-spreekuur

Tijdens het CTS-spreekuur heeft u afspraken met verschillende zorgverleners zoals een arts en een laborant.
Bij CTS zit er een zenuw in uw pols klem. Als u CTS heeft, voelt u vaak pijn of tintelingen in uw vingers of hand.
Als na het onderzoek blijkt dat u CTS heeft, kunt u soms meteen een behandeling krijgen.

Zo bereidt u zich voor

  • Gebruik op de dag van uw afspraak geen huidcrème of bodylotion op uw huid. Uw huid mag niet vet zijn.
  • Voor de afspraak is het belangrijk dat uw handen warm zijn. Draag bijvoorbeeld handschoenen naar de afspraak.

Zo gaan de CTS onderzoeken

Uw afspraak op het CTS-spreekuur duurt ongeveer 1 uur. De afspraak bestaat uit verschillende stappen:

  • U heeft een gesprek met de arts.
  • Uw arts onderzoekt uw pols en hand.
  • U krijgt een EMG-onderzoek van de handzenuw door een laborant.
  • U bespreekt met uw arts de uitslag en mogelijke behandeling of verwijzing.

Uitslag van de onderzoek

Na de onderzoeken bespreekt de arts de uitslag meteen met u. Uw arts vertelt welke behandelingen mogelijk zijn en wat de voordelen en nadelen zijn. Samen kiest u een behandeling die het beste bij u past.

Behandeling

Er zijn verschillende behandelingen mogelijk.

Injectie

U krijgt een injectie in uw pols met een medicijn dat ontstekingen remt. Meestal krijgt u de injectie meteen tijdens het CTS-spreekuur.

Spalk

U krijgt een spalk om uw pols. De spalk geeft steun aan uw pols. U krijgt een nieuwe afspraak om de spalk aan te passen.

Operatie

U krijgt een operatie. De operatie gebeurt op de Afdeling Plastische Chirurgie. U krijgt hiervoor een nieuwe afspraak.

Onderzoeken

Behandelingen

Contact

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de afdeling via MijnOLVG. Op werkdagen kunt u ook bellen.

Afdeling Klinische Neurofysiologie, locatie Oost, B1
020 599 30 39 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)

Afdeling Klinische Neurofysiologie, locatie West, route 33
020 510 83 20 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)

De informatie op deze pagina is afkomstig van de afdeling Klinische Neurofysiologie van OLVG. Laatst gewijzigd: