home

Ruggenprik als pijnstilling : epidurale anesthesie

Epidurale anesthesie is pijnstilling van een deel van uw bovenlichaam of onderlichaam. Dit gebeurt via een katheter in uw rug. Een katheter is een dun soepel buisje. De anesthesioloog brengt de katheter in via een injectie. De precieze plek van de pijnstilling is afhankelijk van de plek waar de anesthesioloog de katheter inbrengt. Een ander woord voor epidurale anesthesie is ruggenprik.

Over de ruggenprik

De ruggenprik zorgt voor pijnstilling in een deel van uw bovenlichaam of onderlichaam.
Na een ruggenprik kunt u nog steeds aanrakingen of druk voelen.
Heeft u pijnstilling gekregen voor een deel van uw onderlichaam? Dan kunt uw benen nog steeds bewegen na een ruggenprik.

U krijgt de pijnstilling via een katheter in uw rug. De katheter wordt met een injectie ingebracht door de anesthesioloog.
Via de katheter spuit de anesthesioloog de pijnstilling in de ruimte tussen uw ruggenwervels. Dit zorgt ervoor dat u minder pijn voelt in een deel van uw bovenlichaam of onderlichaam.
U krijgt de pijnstilling tijdens én na uw operatie via de katheter.

Soms kunt u geen ruggenprik krijgen. Bijvoorbeeld als u bloedverdunners gebruikt of een infectie heeft. De anesthesioloog bespreekt met u of u een ruggenprik kunt krijgen.

Voordelen van een ruggenprik

  • Bij deze ruggenprik krijgt u via een katheter in uw rug pijnstilling in een specifiek deel van uw lichaam. Hierdoor heeft u minder medicijnen zoals morfine via het infuus nodig, dan bij pijnstilling van het hele lichaam.
  • Doordat u bij deze ruggenprik minder medicijnen via het infuus nodig heeft, voelt u zich minder suf en misselijk.
  • De kans op verwardheid of een delier is na deze ruggenprik ook minder groot dan bij andere manieren van pijnstilling.

Zo gaat de ruggenprik

  • U krijgt de ruggenprik in de voorbereidingsruimte of in de operatiekamer.
    U bent wakker als u de ruggenprik krijgt.
  • De anesthesioloog meet uw bloeddruk, hartslag en zuurstof in uw bloed. U krijgt daarom plakkers op uw borst, een bloeddrukband om uw arm en een zuurstofmeter om uw vinger.
  • U krijgt een infuus. Vaak zit een infuus op de bovenkant van uw hand. Via het infuus kunt u medicijnen krijgen als dit nodig is.
  • Voor de ruggenprik zit u rechtop met een bolle rug.
  • De anesthesioloog plaatst de katheter via een injectie in uw rug. Via de katheter krijgt u de pijnstilling voor een deel van uw bovenlichaam of onderlichaam.
  • De katheter blijft in uw rug zitten. Tijdens én na de operatie gebruikt de anesthesioloog de katheter om u pijnstilling te geven.

De ruggenprik in beeld

Fotoboek: Ruggenprik: epidurale anesthesie

Tijdens de operatie

  • Na de ruggenprik kan uw bloeddruk lager worden. Het kan zijn dat u zich hierdoor niet lekker voelt. Geef het aan als dit zo is. Direct na de ruggenprik is er altijd iemand bij u in de buurt. U krijgt dan medicijnen. Meestal voelt u zich snel weer beter.
  • Geef het aan als u merkt dat uw handen gaan tintelen of als u wat moeilijker kunt ademen. U krijgt dan wat extra zuurstof. Meestal voelt u zich snel weer beter.

Bijwerkingen van de ruggenprik

  • Na de ruggenprik kan het plassen wat moeilijker gaan dan u bent gewend.
    Soms is het daarom nodig om uw blaas een keer leeg te maken met een katheter.
  • Er is een kleine kans dat u na de ruggenprik last krijgt van hoofdpijn.
    Deze hoofdpijn kan heftig zijn, maar wordt minder erg als u gaat liggen.
    Meestal gaat de hoofdpijn vanzelf weer over, maar soms kan het een paar dagen aanhouden.

Naar huis

De verpleegkundige geeft u uitleg over pijnstillers voor thuis.
Zorg dat u voor uw operatie paracetamol in huis heeft.
Als u andere pijnstillers nodig heeft, krijgt u een recept mee naar huis.

Adviezen voor thuis

  • Doe het de eerste 24 uur na de ruggenprik rustig aan.
    Uw arts kan u meer vertellen over wat u wel, en wat u beter niet kunt doen. Dit hangt af van uw operatie of onderzoek.
  • In de eerste 24 uur na de ruggenprik kunt u niet zelf autorijden, fietsen of reizen met het openbaar vervoer.
  • Maakt u zich zorgen over klachten die door de ruggenprik kunnen komen? Neem dan contact op met de polikliniek Anesthesiologie.

Wanneer moet u ons bellen?

Na het geven de ruggenprik bestaat een kleine kans op een bloeduitstorting of een infectie rond de plek waar de ruggenprik is gezet. Dit komt zelden voor.

Bel meteen de polikliniek Anesthesiologie als u 1 of meer van deze klachten heeft:

  • Minder kracht in uw spieren of minder gevoel in uw benen dan u in het ziekenhuis had.
  • Nieuwe, erge pijn in uw rug. De pijn gaat door naar uw benen.
  • Niet kunnen plassen of het niet kunnen ophouden van uw plas.
  • Zwelling, roodheid, pus en overgevoeligheid rond de plek van de ruggenprik.
  • Erge pijn in uw rug met daarbij soms ook meer dan 38,5 graden koorts.

Contact

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de polikliniek via MijnOLVG of per e-mail. Op werkdagen kunt u ook bellen.

Polikliniek Anesthesiologie, locatie Oost, P4
020  510 81 07 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)
polikliniekanesthesiologie-oost@olvg.nl

Polikliniek Anesthesiologie, locatie West, route 5
020  510 81 07 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)
polikliniekanesthesiologie-west@olvg.nl

Als de polikliniek niet bereikbaar is, belt u met klachten die echt niet kunnen wachten naar de Spoedeisende Hulp via het algemene telefoonnummer van OLVG.

OLVG, locatie Oost
020 599 91 11

OLVG, locatie West
020 510 89 11

Is de situatie levensbedreigend, bel dan 112.

De informatie op deze pagina is afkomstig van de afdeling Anesthesiologie van OLVG. Laatst gewijzigd: