home

VMP : behandeling als u 75 jaar of ouder bent

U krijgt een behandeling met chemotherapie. Uw behandeling is chemotherapie met VMP. VMP is de afkorting van velcade, melfalan en prednison. Dit zijn medicijnen. Het medicijn velcade heet bij u bortezomib. Uw chemotherapie gaat volgens een vast schema. U kunt soms ook bijwerkingen krijgen van de chemotherapie.

Over de behandeling

  • De behandeling met chemotherapie bestaat uit 6 kuren.
  • Een kuur bestaat uit het krijgen van 3 medicijnen: bortezomib, melfalan en prednison. Dit duurt ongeveer 30 minuten.
  • U krijgt het medicijn bortezomib via een injectie in uw dijbeen, bovenarm of buik.
  • U krijgt de medicijnen melfalan en prednison in een tablet.
  • Na 35 dagen begint de volgende kuur.

Zo bereidt u zich voor op een kuur

  • Voor u met een kuur start heeft u een afspraak op de polikliniek. De arts of verpleegkundige bespreken met u hoe het gaat. Ze kunnen ook uw vragen beantwoorden. Tot slot maken ze met u een behandelplan.
  • Samen met uw arts bepaalt u of u verder gaat met de behandeling.

Laat voor elke controle-afspraak uw bloed controleren

  • In OLVG: minimaal 1 uur voor de controle-afspraak
  • Op een andere locatie: minimaal 24 uur voor de controle-afspraak.
  • Maak een afspraak bij de afdeling Bloedafname.
  • U moet een laboratoriumformulier laten zien. U vindt dit in MijnOLVG > Menu > Aankomende onderzoeken en verrichtingen.

Zo gaat een kuur met VMP

Volg het schema hieronder. Een + betekent dat u op die dag het medicijn gebruikt.

Dag

melfalan, tabletten

Prednisolon, tabletten

Bortezomib, injectie

1 + + +
2 + +  
3 + +  
4 + +  
5      
6      
7      
8     +
9      
10      
11      
12      
13      
14      
15     +
16      
17      
18      
19      
20      
21      
22     +
23 tot en met 35      

Andere medicijnen tijdens de kuur

Tijdens de kuur krijgt u ook medicijnen die de kuur ondersteunen. Andere medicijnen helpen tegen bijwerkingen van een kuur.

  • Valaciclovir
    U gebruikt dit op dag 1 tot en met dag 35: om 08.00 uur 500 mg en om 17.00 uur 500 mg.
  • Levofloxacine
    U gebruikt dit op dag 1 tot en met dag 35: bij uw ontbijt 500 mg.
  • Metoclopramide
    U kunt tijdens een kuur misselijk worden. Als u misselijk bent, mag u maximaal 3 keer per dag 1 tablet van 10 mg nemen. Doe dit 30 minuten voor u gaat eten.

Wanneer moet u ons bellen?

Bij deze behandeling bestaat de kans dat u misselijk wordt.
Bel ons als u 5 dagen achter elkaar 3 keer per dag metoclopramide slikt, maar toch misselijk blijft.  

Bijwerkingen

Door chemotherapie kunt u bijwerkingen hebben. Dit verschilt per persoon.

Bijwerkingen die u heel vaak krijgt

Beschadiging van zenuwen, bijwerkingen bij diabetes, een opgejaagd gevoel

Bijwerkingen die u vaak krijgt

Botontkalking

Bijwerkingen die u kunt krijgen

Moe zijn, bloedarmoede, diarree, verstopte darmen, een huid die droog is of rode vlekken krijgt, het gevoel alsof u griep heeft, last van uw ogen, longinfectie, last van uw maag, problemen bij het ongesteld zijn, misselijkheid en overgeven, last van de plek waar u de injectie heeft gekregen, andere smaak, minder zin in eten, minder zin in seks, minder bloedplaatjes of witte bloedlichaampjes, Herpes Zoster infectie.

Meer informatie over bijwerkingen

Soms beschadigen de uiteinden van de zenuwen van uw handen en voeten. Dit heet neuropathie. U heeft dan een slapend, tintelend of brandend gevoel in uw vingertoppen, vingers of tenen. Sommige dingen kunnen moeilijker zijn, bijvoorbeeld een knoop dichtdoen.
Na een paar dagen gaan uw klachten meestal vanzelf weg. Als de klachten 1,5 jaar na de behandeling niet weg zijn, heeft u er meestal de rest van uw leven last van.

Bespreek uw klachten met de arts of verpleegkundige. Uw arts of verpleegkundige kan besluiten uw behandeling aan te passen.

Als u het medicijn dexamethason of prednison gebruikt, kunnen uw bloedsuikers veranderen. Als u diabetes heeft, moet u daarom extra goed opletten.

Wat u zelf kunt doen

  • Controleer uw bloedsuiker op dag 1 na de kuur, op dag 2 na de kuur en op dag 3 na de kuur.
  • Volg het advies van uw diabetesverpleegkundige in OLVG. Voor u met de behandeling begint, heeft u een afspraak met deze diabetesverpleegkundige.
  • Kijk voor meer informatie op de webpagina: Prednison bij diabetes

Een opgejaagd gevoel betekent dat u het gevoel heeft dat u veel te veel moet doen in veel te korte tijd.
U kunt dit gevoel krijgen van het medicijn Prednison. U stemming wisselt veel, u bloost of u heeft moeite met slapen.

Wat u zelf kunt doen

Neem het medicijn Prednison in de ochtend.

Hulp van OLVG

Als u veel last heeft, kunt u medicijnen krijgen. Uw arts of verpleegkundige kan ook besluiten uw behandeling aan te passen.

Door het medicijn Prednison heeft u meer kans op botontkalking. Als u botontkalking heeft, kunnen botten sneller breken en uw wervels zakken in.

Wat u zelf kunt doen

  • Blijf bewegen. Ga bijvoorbeeld 5 keer per week een half uur wandelen of fietsen.
  • Eet zuivel met calcium. Drink bijvoorbeeld 3 glazen melk of drinkyoghurt. Eet 1 of 2 plakken kaas per dag.

Hulp van OLVG

  • U krijgt 2 jaar elke 3 maanden een infuus met het medicijn zoledroninezuur. Dit medicijn maakt uw botten sterker.

Chemotherapie kan ervoor zorgen dat uw beenmerg minder nieuwe bloedcellen gaat maken. U kunt dan te weinig rode bloedcellen in uw bloed hebben. Dit heet bloedarmoede of anemie.
Als u bloedarmoede heeft, bent u vaak moe of duizelig. U kunt ook moeite hebben met ademen. Soms heeft u hoofdpijn of hartkloppingen.
Veel mensen denken bij bloedarmoede aan een ijzertekort. Deze vorm van bloedarmoede heeft niets met een ijzertekort te maken.

Hulp van OLVG

  • Voor iedere kuur worden uw bloedwaarden bepaald. Zo kunnen we controleren of u voldoende hersteld bent om met de volgende behandeling te starten.
  • Uw arts of verpleegkundig specialist kan besluiten uw behandeling aan te passen of uit te stellen.

Chemotherapie kan uw darmen een beetje beschadigen. U kunt dan diarree krijgen. U heeft dan vaak buikpijn, u moet vaker en meer poepen, maar minder plassen. U kunt wat pijn hebben rond de anus. Ook kan er bloed bij uw ontlasting zitten.

Wat u zelf kunt doen

  • U mag niet uitdrogen. Drink daarom minimaal 2 liter per dag, liefst water.
  • Door de diarree kunt u een tekort aan voedingsstoffen en zout krijgen. Drink of eet daarom af en toe melk, yoghurt, vruchtensap, groentesap, soep of bouillon.
  • Probeer gewoon te blijven eten en drinken. Voeding die diarree stopt bestaat niet.
  • Gebruik geen probiotica. Probiotica zijn producten voor de darmen met levende bacteriën. Een voorbeeld is Yakult.

Hulp van OLVG

Als u veel last van diarree heeft, neem dan contact op. Soms kunt u medicijnen krijgen, zodat u niet uitdroogt.

Door de behandeling kan uw huid droog worden. Er kunnen ook schilfers op uw huid komen. Tijdens de behandeling kan uw huid ook gevoeliger zijn voor zonlicht.

Wat u zelf kunt doen

  • Probeer uit de zon te blijven.
  • Als u de zon in gaat, smeer u dan in met zonnebrandcrème met factor 30 of hoger.
  • Gebruik bodylotion of crème op waterbasis, zonder parfum erin.
  • Gebruik geen zeep, maar olie.
  • Als uw huid jeukt, kunt u koelzalf of mentholpoeder gebruiken.

Hulp van OLVG

  • Als u veel klachten heeft, kunt u hulp krijgen van een dermatoloog.

Een paar uur nadat u de behandeling heeft gekregen kunt u het gevoel hebben dat op griep lijkt. U heeft bijvoorbeeld spierpijn, hoofdpijn, pijn in uw botten en minder zin in eten. Meestal is dit na 2 dagen over.

Wat u zelf kunt doen

Gebruik maximaal 4 keer per dag 2 tabletten paracetamol van 500 mg. Doe dit maximaal 7 dagen.

Hulp van OLVG

Als het na 2 dagen niet over is, neem dan contact op.

Een Herpes Zoster infectie is een infectie door het virus dat ook voor waterpokken zorgt. U kunt ineens last krijgen van jeuk, vlekken of blaasjes op uw huid.

Wat u zelf kunt doen

Neem het medicijn Valaciclovir.

Hulp van OLVG

Als uw klachten niet overgaan, neem dan contact op. Uw arts of verpleegkundige kan besluiten uw medicijnen aan te passen.  

 

 

Door de behandeling kunt u last van uw ogen krijgen. Uw ogen kunnen droog of rood worden. Uw ogen kunnen gaan tranen of pijn doen. Soms gaat u wat wazig zien. Dit gaat vanzelf over.

Wat u zelf kunt doen

Gebruik geen contactlenzen.

Hulp van OLVG

Als u veel last van uw ogen heeft, kan de arts u oogdruppels geven.

Door de behandeling heeft u minder weerstand. Dit betekent dat uw lichaam u minder goed kan beschermen tegen infecties. U heeft bijvoorbeeld meer kans op een longinfectie. U heeft dan moeite met ademen, koorts, een droge hoest of pijn op de borst.

Wat u zelf kunt doen

Neem contact op met de polikliniek. Soms krijgt u een recept voor het medicijn cotrimoxazol.

Hulp van OLVG

Als uw klachten niet overgaan, neem dan contact op. Uw arts of verpleegkundige kan besluiten uw medicijnen aan te passen.  

Door het medicijn prednison kunt u last van uw maag krijgen, bijvoorbeeld zuurbranden of oprispingen. Bij oprispingen lijkt het alsof eten omhoog komt of dat u moet boeren.

Wat u zelf kunt doen

U kunt het medicijn Pantoprazol nemen. Pantoprazol beschermt uw maag. Heeft u dit medicijn niet? Neem dan contact op met de polikliniek voor een recept.

Hulp van OLVG

Als uw klachten niet overgaan, neem dan contact op. Uw arts of verpleegkundige kan besluiten uw medicijnen aan te passen.  

Door de behandeling kunt u soms meer bloed verliezen als u ongesteld bent. Het kan ook zijn dat u niet meer regelmatig ongesteld worden.
Soms wordt u helemaal niet meer ongesteld. U komt dan in de overgang. Dit kan tijdelijk zijn. Door chemotherapie komen vrouwen vaak 5 jaar eerder in de overgang. Als u in de overgang komt en daar veel last van heeft, kunt u hulp krijgen van een gynaecoloog.

Door de behandeling kunt u misselijk worden. U kunt ook last van uw maag hebben. Soms moet u kokhalzen of overgeven. 

Wat u zelf kunt doen

  • Gebruik de medicijnen tegen misselijkheid.
  • Eet meerdere keren per dag kleine beetjes.
  • Probeer verschillende producten uit.
  • Drink minimaal 2 liter per dag, liefst water.
  • Als u heel misselijk bent, kunt u een beetje gemberthee of cola drinken.

Hulp van OLVG

Als u het advies hierboven gevolgd heeft, maar toch erg misselijk blijft, neem dan contact op. Soms kunt u medicijnen krijgen.

Door de injectie met medicijnen kan uw huid dik of rood worden. Vertel het de verpleegkundige als u ziet dat u last van uw huid heeft. U kunt de plek koelen om minder last te hebben.
Als u last heeft, krijgt u meestal de volgende injecties op een andere plek.

Uw smaak kan veranderen. Dit betekent dat eten dat u eerst lekker vond, nu niet meer smaakt. Of dat u eten dat u niet lekker vond, nu wel lekker vindt.
Na de behandeling wordt uw smaak weer zoals hij was.

Wat u zelf kunt doen

  • Probeer verschillende producten uit.
  • Soms smaakt niets lekker. Probeer dan toch iets te eten.

Hulp van OLVG

  • Bij ernstige klachten kunt u hulp krijgen van een diëtist.

Door de behandeling kunt u anders over seks gaan denken. U kunt anders naar uzelf gaan kijken door een operatie, een behandeling of omdat uw haar uitvalt. De vagina kan droger worden. U kunt minder zin in seks krijgen en misschien juist meer zin in ander lichamelijk contact.

Wat u zelf kunt doen

Praat erover. Zo kan iemand beter begrijpen hoe u zich voelt.

Hulp van OLVG

Als u minder zin in seks heeft en dat moeilijk vindt, kunt u hulp krijgen van een seksuoloog.

Door kanker en de behandeling kunt u minder zin in eten hebben. Als u minder eet, krijgt u niet altijd genoeg voedingsstoffen binnen en kunt u afvallen.

Wat u zelf kunt doen

  • Eet meerdere keren per dag kleine maaltijden.
  • Kies volle producten. Kies dus niet voor magere of light producten.
  • Kies voor dranken die eiwit en energie bevatten, zoals zuivelproducten
  • Vloeibare producten zijn soms makkelijker. Bijvoorbeeld vla, yoghurt of pap.
  • Weeg uzelf elke week. Valt u in 1 maand meer dan 3 kilo af, of in 6 maanden meer dan 6 kilo? Neem dan contact op met uw arts.

Hulp van OLVG

  • Als eten echt moeilijk voor u is, kunt u hulp krijgen van een diëtist.

Chemotherapie kan ervoor zorgen dat uw beenmerg minder nieuwe bloedcellen gaat maken. U kunt dan te weinig bloedplaatjes in uw bloed hebben. Dit heet trombopenie.
Bloedplaatjes helpen uw bloed te stollen. Dit betekent dat uw bloed wat dikker wordt. Als u te weinig bloedplaatjes heeft, stolt uw bloed minder goed. U kunt last krijgen van een bloedneus, blauwe plekken, bloedend tandvlees. Soms ziet u bloed tijdens het overgeven of in uw ontlasting of urine.

Hulp van OLVG

  • Voor iedere kuur worden uw bloedwaarden bepaald. Zo kunnen we controleren of u voldoende hersteld bent om met de volgende behandeling te starten.
  • Als u klachten heeft, neem dan contact op.
  • Uw arts of verpleegkundig specialist kan besluiten uw behandeling aan te passen of uit te stellen.

Chemotherapie kan ervoor zorgen dat uw beenmerg minder nieuwe bloedcellen gaat maken. U kunt dan te weinig witte bloedlichaampjes in uw bloed hebben.
Witte bloedlichaampjes heten leukocyten. Ze beschermen uw lichaam tegen infecties.
Als u te weinig witte bloedlichaampjes heeft, heet dat leukopenie.
Tussen dag 10 en dag 15 van uw behandeling is het aantal witte bloedlichaampjes het laagst. Deze dagen heten een dip-periode.
In een dip-periode kunt u sneller een infectie krijgen.
Als u een infectie heeft, is uw temperatuur vaak 38,5 graden of hoger en heeft u soms koude rillingen.

Wat u zelf kunt doen

Als u denk dat u een infectie heeft, neem dan contact op met OLVG.

Hulp van OLVG

  • Voor iedere kuur worden uw bloedwaarden bepaald. Zo kunnen we controleren of u voldoende hersteld bent om met de volgende behandeling te starten.
  • Uw arts of verpleegkundig specialist kan besluiten uw behandeling aan te passen of uit te stellen.

  • Na iedere kuur moet uw lichaam herstellen. Veel mensen worden daar heel moe van.
  • Als u moe bent, kunt u de volgende klachten hebben: gebrek aan energie, lusteloosheid, minder belangstelling voor de omgeving, slapeloosheid, prikkelbaarheid, stemmingswisselingen.
  • Soms voelt u zich een jaar na de behandeling nog steeds moe.

Wat u zelf kunt doen

  • Accepteer dat u moe bent. Als u negeert dat u moe bent, kost u dat veel energie. De vermoeidheid kan dan erger worden.
  • Verspreid activiteiten over de dag. Neem voldoende rust.
  • Probeer in beweging te blijven. Ga bijvoorbeeld wandelen of fietsen.

Hulp

  • Als u veel klachten heeft, kunt u hulp krijgen van een fysiotherapeut of psycholoog.
  • Als u fit bent, bent u minder snel moe. Om na de behandeling fit te worden, kunt u meedoen met het revalidatieprogramma van het Cancer Care Center of stichting Tegenkracht.

Door medicijnen kunt u last krijgen van verstopte darmen. Dit heet ook wel obstipatie. Als uw darmen verstopt zijn, heeft u vaak harde en droge ontlasting, buikpijn en krampen, een dikke buik en minder zin in eten.

Wat u zelf kunt doen

  • Neem de medicijnen die u heeft gekregen.
  • Drink minimaal 2 liter per dag, liefst water.

Hulp van OLVG

  • Als u langer dan 4 dagen last heeft van verstopte darmen, neem dan contact op met uw arts. Soms krijgt u dan andere medicijnen.

Contact

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de polikliniek via MijnOLVG. Op werkdagen kunt u ook bellen.

Polikliniek Medische Oncologie en Hematologie, locatie Oost, P2
020 510 88 78 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)

Polikliniek Medische Oncologie en Hematologie, locatie West, route 14
020 510 88 78 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)

De informatie op deze pagina is afkomstig van de afdeling Medische Oncologie van OLVG. Laatst gewijzigd: